Herfst in Kanne

Nederland staat niet echt bekend om zijn indrukwekkende heuvelachtige landschappen, maar het zuidelijkste puntje van Maastricht biedt bijzondere verrassingen, perfect voor een wandeling. In het golvende landschap zijn allerlei grotten en groeves te vinden, waarvan een aantal een nieuwe bestemming hebben gekregen of zijn ingestort. De inhoud van de groeves, mergelzandsteen, werd gebruikt om te bouwen. Het gebied rondom de Sint-Pietersberg is in beheer van Natuurmonumenten en is een paradijs voor vogels, vlinders, vleermuizen en allerlei gewone en zeldzame kruiden.

We starten onze wandelroute in een Maastrichtse woonwijk met witgeschilderde huizen, ook wel ‘de goudkust’ genoemd. De huizen met strak aangelegde tuinen zijn met elkaar verbonden via brede, lage traptreden, aantrekkelijk genoeg om als sluipweg met de fiets te nemen. Enkele huizen zijn het waard om bij stil te blijven staan, maar vandaag gaat het om wat er achter de woonwijk ligt. 

We maken een flinke klim en op 100 meter worden we verrast door de uitkijk vanaf de Apostelhoeve, de oudste en een van de grootste wijngaard in Nederland. Normaal is de hoeve omringd met wijnranken, maar in november zijn ze helaas uitgebloeid. Het uitzicht in dit seizoen is toch meer dan belonend: het pad aan onze voeten leidt tot een uitgestrekt gebied waarachter een groot bos tevoorschijn komt in rood- en geel-tinten die sterk afsteken tegen het groene weiland. 

Gangenstelsels

De Duivelsgrot

Even verderop zien we een jagende torenvalk boven het weiland en cirkelen twee buizerds in wiskundige precisie om elkaar heen. We lopen verder richting de Cannerberg, en zien een bijzonder goed beveiligde deur, verborgen in de rotsen. Van 1954 tot 1992 zat in deze mergelgroeve het voormalig NAVO-hoofdkwartier. Ten tijde van het IJzeren Gordijn verzamelden militairen informatie over troepenbewegingen aan beide zijden van de grens. Een excursie is mogelijk vanaf 8 personen, maar we kunnen ons niet klonen, dus proberen we ons voor te stellen hoe het gangenstelsel eruit ziet, ooit ingericht met een ziekenboeg, restaurants en zelfs een kapper.

Terwijl we de uitgestrekte koolzaadvelden passeren, met hier en daar een geel bloemetje die het groen doorbreken, lopen we door over de Poppelsberg. Dan stuitten we op nog een rots: de Duivelsgrot, ooit gevuld met kalksteen en een ingang tot het gangenstelsel van grotten. We worden direct gewaarschuwd voor instortingsgevaar. Door de hoge ingang voelen we ons even heel klein, het gat ernaast zorgt ervoor dat de grot ergens aan een skelet doet denken. 

Mergelwinning rond Kanne

We beklimmen de rots aan de zijkant en kijken zo uit op Kanne, gesplitst door het Koning Albertkanaal en verbonden met de eerste hangbrug van België, geheel in stijl met de witte huizen in de Campagne-wijk. Het geluid van loeiende koeien klinkt in het weiland, maar we spotten ze niet.

Achter de Duivelsgrot ligt de kalkgroeve van de Sint-Pietersberg verborgen, ‘het zuidelijkste stukje Nederland tussen Maastricht en België, haast on-Nederlands mooi’, volgens Natuurmonumenten. Een groot deel van de Sint-Pietersberg is vanaf 1926 afgegraven door de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) voor mergelwinning, dat zijn moederbedrijf vlak achter de groeve had, behendig aan de Maas. De krater die door de afgravingen in de berg is ontstaan, voelt tegelijkertijd vreemd en indrukwekkend aan. Door het water dat onderaan het dal ligt lijkt de groeve ontstaan door een natuurlijk proces, maar het is een vreemd idee dat de berg ooit met explosies is uitgehold. In 2018 is het ENCI weggegaan uit Maastricht, omdat de locatie te duur was voor de opslag van geïmporteerde grondstoffen. De grote vrachtschepen die die grondstoffen vervoeren komen bovendien de Maas niet op. 

Brug bij Kanne

We lopen verder richting Kanne en steken door een weiland waarvan we niet zeker weten of het toegestaan is. We volgen de voetstappen van eerdere wandelaars en worden weer verrast met een uitzicht op de hangbrug. De brug lokt ons naar het dorpje Kanne toe. Hier gaan we de grens over naar België en zien we eindelijk de koeien die ons toe loeiden. 

Het Koning Albertkanaal werd in 1930 gegraven en deelde Kanne in tweeën, wat goed te zien is langs het water: aan de linkerkant verrijst een steile partij rotsen. Even lopen we gedachteloos langs het kanaal, maar we bedenken ons en gaan terug het dorp in. Op zaterdag is het levendig in Kanne, maar niet erg druk. Midden in het dorp spotten we wel twee boomkruipers die driftig de stam op en neer klimmen.

Terrassenkasteel

We vervolgen onze weg naar Chateau Neercanne, het enige terrassenkasteel van Nederland. Langs de kasteelmuur vinden we rijpe mispels die de structuur hebben van een melige peer, maar heerlijk zoet van smaak zijn. Ik zou mijn zakken er wel mee willen vullen, maar ik stel me zo voor dat de kasteelheren me in de gaten houden. Als we een blik over de muur naar beneden werpen, zien we een aantal laatste oogstwaardige gewassen in de moestuin: snijbiet en Oost-Indische kers. Alles wat in de tuin groeit wordt gebruik in de keuken van het kasteel en wordt geserveerd in het sterrenrestaurant. En in de zomer genieten niet alleen de bijen van de bloeiende planten, ook de koeien uit de aangrenzende weide brachten laatst een bezoekje aan de tuin, waar ze uitgebreid van de sla smikkelden.

Chateau Neercanne

Het kasteel zelf is leuk om even langs te lopen, maar eigenlijk is het van een afstandje indrukwekkender. Op straatniveau ligt de kasteeltuin, dat een bijzondere rust uitstraalt door de symmetrie van de hagen en de afwezigheid van bonte kleuren. Het is groen, groen of groen. Aan de overkant van de straat op het laagste niveau, liggen de resten van de oorspronkelijke baroktuin. Ook achter het kasteel zijn duidelijk de uitgehakte rotsen te zien, soms gedicht met grijze bakstenen, anderen verborgen achter een metershoge grijs geverfde houten deur, en nog steeds in gebruik voor het kasteel.

Herfst in Kanne

Voor het laatste deel van onze wandeling beklimmen we de hellingbos achter het kasteel. Hier komen we een oude grijze berk tegen waarvan ‘het einde nadert’. Voor de veiligheid is de boom al deels afgezaagd, zodat de takken bij het afbreken geen andere bomen zou beschadigen. De berk valt op door zijn grijze kleur, op de bovenste takken zijn rijen schimmels te zien die de boom hebben overgenomen. Verder laat de Stichting het Limburgs Landschap de natuur zijn gang gaan, want ook een stervende boom komt de biodiversiteit ten goede.

Het Limburgse landschap heeft ons, ook, of misschien wel juist, in een seizoen van vochtige lucht en drassige paden van een indrukwekkend kant laten zien. Je moet er bijna de grens voor over, maar dan vind je na iedere heuvel een nieuw stukje historie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Een bezoek aan twee evangelische kerken in Antwerpen

Terwijl het aantal kerkgangers in België daalt, groeit het aantal migrantenkerken gestaag. In Groot-Antwerpen zijn momenteel 165 buitenlandse evangelische kerken, waarvan ongeveer 16 in het district Merksem. Twee van deze gemeenschappen die iedere zondag samenkomen zijn de Faith Foundation en de Presbyterian Church of Cameroon, die ik een bezoek bracht. Rond 11 uur parkeert een […]

Read More

Een rookmelder in ons hoofd

Angst houdt je in leven. Dat wisten onze voorouders al. Ouders zeggen dus best tegen hun kind: “Ik begrijp dat je bang bent, maar je gaat het toch doen,” in plaats van “Wees maar niet bang”. Bang zijn is namelijk een natuurlijke reactie. Het is goed dat we dingen eng vinden. Maar wat gebeurt er in ons lichaam […]

Read More

Zouden religies de planeet kunnen redden?

De secularisering van maatschappijen zou funest kunnen zijn voor de planeet. Ik ben niet religieus, en weet ook niet genoeg van religies af om grote conclusies te trekken over de rol van religie en het omgaan met de planeet, maar dat de planeet onder secularisatie lijdt, geloof ik wel. Onlangs las ik een artikel van oud-collega […]

Read More